vrijdag, augustus 29, 2008

Bark
















Ronald Keijzer:
‘Stabiele kwaliteit schors zonder houtjes, cambium en stenen’

De expansie van de Phalaenopsis-teelt heeft de vraag naar schors doen stijgen. Het RHP-keurmerk voor schors kon daarom niet uitblijven. Een aantal kwaliteitseisen ligt nu vast, maar over schors is ook nog veel onbekend. Het levende product met mediterraan karakter kan zich grillig gedragen. Dus moet je weten waar je mee bezig bent.

Niets dat duidt op de aanwezigheid van een potgrondbedrijf in het Groene Hart. Langs de weg van Zoeterwoude naar Stompwijk liggen bergen veen en schors volledig verborgen achter een dikke rij bomen. “Lang zal dat niet meer duren”, vertelt Ronald Keijzer. Het bedrijf heeft nieuwbouwplannen, waardoor de grondstoffen voortaan in overdekte hallen komen te liggen. Weersomstandigheden zullen de productie van voldoende voorraden dan niet meer kunnen beïnvloeden. En door de landelijke ligging zullen coniferen plaats gaan maken voor begroeiing die in deze omgeving past. Slingerland Potgrond is een aantal jaren geleden overgegaan in de Hortimea-groep. Het bedrijf investeerde tot dusver meer in zijn substraten dan in een degelijk kantoor.
Buiten liggen verschillende ruwe materialen, afkomstig van de mediterrane zeeden (Pinus pinaster) hoog opgetast. Een shovel rijdt af en aan om de verschillende fracties na breken, zeven en sorteren naar de juiste voorraad te transporteren. Een sterke dennengeur hangt boven het terrein. Ronald laat de schors door zijn handen glijden en vertelt over de vooruitgang die de laatste jaren is geboekt.

Hoge eisen
“Deze schors komt van zagerijen in Portugal en Frankrijk. Op die bedrijven is hout het hoofdproduct. Voor schors of bark hebben zij inmiddels ook een goede afzet gevonden. Voor de consumentenmarkt, speelplaatsen en openbaar groen, of als brandstof voor de zagerijen zelf. Voor die toepassing zijn de eisen niet zo hoog. Een houtje of een steen is geen probleem. Voor gebruik als substraat ligt dat anders. Wij willen bijvoorbeeld geen cambium tussen de schors. Dat verteert, wordt snel nat, trekt insecten aan. Kortom, niet gewenst.” Keijzer is er duidelijk over.
Sinds kort is 100 procent toepassing van schors voor de orchideeënteelt onder het RHP-keurmerk van toepassing. Het is een omvangrijk proces geweest om tot goede normering te komen. Keijzer ziet de meerwaarde van dit keurmerk, hoewel de orchideeëntelers hun eisen ook voor die tijd wel kenbaar maakten. “Ik vind de teeltproef die RHP doet, een goede aanvulling. Als leverancier deden we die proef nog niet. We doen uiteraard wel onderzoek naar chemische en fysiologische eigenschappen en vooral ook zuiverheid in ons eigen lab.
De normen die je als sector gezamenlijk opstelt, moeten wel hout snijden. Voor een product als schors is dat heel moeilijk. We weten nog lang niet alles van schors en hoe het zich onder bepaalde omstandigheden gedraagt. Het is een levend product, waar verschillen tussen zitten die we nog niet altijd kunnen onderbouwen.”
Langzaam aan begint het tot de telers door te dringen dat schors als orchideeënsubstraat nu ook onder het RHP-keurmerk valt. De reacties zijn wisselend. Het is volgens Ronald te vroeg om daar iets over te zeggen. De potplantentelers zijn volgens hem voldoende ‘RHP-minded’ om vanzelfsprekend aan te nemen dat er ook voor schors normen zijn opgesteld.

Onbekend terrein
RHP is begonnen om zagerijen te bezoeken om afspraken te maken over de werkwijze en opslag van schors. Keijzer merkt dat de zagerijen die aanpak nog niet kennen. “Je merkt wel dat ze het besef krijgen dat schors wordt toegepast in een teelt, die zelf ook onderhevig is aan eisen van afnemers. Maar de omvang en professionaliteit is voor de medewerkers van zagerijen nog niet te bevatten”, meent Keijzer. Op de zagerijen gelden inmiddels regels voor hygiëne, scheiding en opslag. “Zelf werken we met ongeveer vijftig zagerijen. Dat zijn tamelijk kleine bedrijven die onderling verschillen in professionaliteit. Je ziet wel dat daar ook schaalvergroting optreedt. We hebben ter plekke verzamelplaatsen, waar al een deel van de bewerking plaatsvindt. Dit om transport van overbodige bestanddelen te beperken.”
Schors staat als substraat nog aan het begin van nieuwe ontwikkelingen. Ronald Keijzer meent dat de kwaliteit van het materiaal nog verder omhoog kan. “Voor onszelf leggen we de lat al hoger dan de RHP-normering. We gaan ook specifiek in op de wensen van de klant. Persoonlijk denk ik dat er nog veel verbetering aan het substraat mogelijk is. De vochthuishouding van schors kan nog beter. Dat kan bijvoorbeeld door veen en Sphagnum toe te voegen. Deze ontwikkeling is nog maar net in gang gezet en vraagt de komende jaren nog heel veel teeltspecifiek onderzoek.”

Slingerland Potgrond
Slingerland Potgrond valt met vijf tuinbouwgerelateerde bedrijven onder Hortimea. Het oorspronkelijke familiebedrijf is al vijftig jaar actief in de potgrondsector. Slingerland levert groeisubstraten voor langdurige teelten. Het bedrijf is marktleider in substraten voor de orchideeëncultuur. Kwaliteitsverbetering van schors heeft de afgelopen jaren erg veel aandacht gekregen. Geen wonder, want dit product is inmiddels verantwoordelijk voor eenderde van de totale omzet. Ronald Keijzer is hoofd kwaliteit van Slingerland Potgrond en Lentse Potgrond, het andere substraatbedrijf dat onder Hortimea valt.


Jaarverslag RHP 2007

Marketing boomkwekerij
















Peter Bontekoe:
‘Toekomst voor marktgericht produceren’

Salixteler Peter Bontekoe verwacht dat het aantal boomkwekers in Boskoop over tien jaar is gehalveerd. Hij denkt ook dat de sector sterk genoeg is om ruimschoots te overleven, mits de ondernemers voor een marktgerichte aanpak kiezen. Nieuwe tijden verdringen oude tradities. Vakkennis en efficiency blijven sterke troeven.
Op de Boskoopse boomkwekerij van de familie Bontekoe wuiven tienduizenden wilgenboompjes in één vloeiende beweging mee met de zomerwind. Tafels vol uniforme, bontgekleurde planten laten zien dat het traditionele Boskoopse gemengde bedrijf plaats maakt voor kwekerijen met monoculturen. Peter Bontekoe, van oorsprong boerenzoon, begon in 1983 met de boomkwekerij en koos in 1990 voor specialisatie in een arbeidsintensief gewas dat niet makkelijk te telen is. Dat heeft hem geen windeieren gelegd, want zijn kwekerij is inmiddels uitgegroeid tot een bedrijf van caliber.
Een zelfde ontwikkeling ziet hij op de bedrijven van zijn collega’s. “Van de 720 Boskoopse boomkwekers zullen er naar mijn verwachting de komende vijf jaar 200 verdwijnen. Het zou me niet verbazen dat er bij een gelijk blijvend areaal over tien jaar nog zo’n 300 over zijn.” Peter Bontekoe windt er geen doekjes om. De schaalvergroting binnen de boomkwekerijsector is voor hem een voldongen feit. Net zoals het weinig optimistische beeld dat hij van de consument heeft. De kennis van alles wat groeit en bloeit neemt in rap tempo af. Zo’n ontwikkeling kan de sector met angst vervullen, maar je kan er ook op inspelen. Voor dat laatste ziet Bontekoe voldoende kansen.

Impulsartikel
“Als ik om mij heen kijk zie ik onherroepelijk dat het boomkwekerij assortiment kleiner wordt. Ik vraag me af of dat echt erg is”, gaat hij door. “De kennis over groen verdwijnt gewoon bij de consument. Je ziet dus dat boomkwekerijproducten ook steeds meer een impulsartikel worden in tuincentra en bouwmarkten. Consumenten vragen niet meer naar bepaalde cultivars. Ze willen gewoon een goede rode roos. Meer niet. Telers spelen daar op in met een goed aanbod. Is dat een probleem? Ik denk van niet.”
Het is natuurlijk de vraag of de teeltbedrijven deze verandering van de markt goed oppakken en in hun voordeel kunnen ombuigen. “Een teler die uitsluitend productgericht bezig is gaat het niet redden, vrees ik. Met teelttechniek alleen kom je er niet. Een modern bedrijf moet vraaggericht en marktgericht produceren en vooral sterk zijn op gebied van logistiek. Als de boomkwekerijsector dit voldoende oppakt dan verwacht ik dat ze net zo groot kan worden als de potplantensector. Er liggen dus kansen voor telers, die echte ondernemers zijn”, meent Peter.
De traditionele boomkwekers hebben volgens Bontekoe wel een sterke troef in handen. Van oudsher kennen zij de handel en zijn zij in staat om hun producten rechtstreeks af te zetten. Ze hebben daarmee een voorsprong op andere sectoren en zijn weinig afhankelijk van bijvoorbeeld veilingen. De kunst is nu om met die commerciële kennis nieuwe markten te bewerken en samen te werken. “Investeren in marketing, in plaats van kostprijsverlaging”, noemt Peter.

Beter doen
Die voorsprong hebben de boomkwekers uiteraard ook te danken aan hun grote vakkennis en specialisatie, die volgens Bontekoe even belangrijk is. Als voorbeeld noemt hij de situatie in zijn eigen teelt. In Nederland is hij weliswaar de grootste gespecialiseerde Salixteler, maar er zijn natuurlijk veel meer bedrijven die Salix in hun assortiment hebben. Ook in omliggende landen zijn er voldoende concurrerende, gespecialiseerde Salixbedrijven. Hetzelfde fenomeen doet zich voor bij andere gewassen. “Het is de kunst om het als Nederlandse ondernemers beter te doen, door vakkennis en organisatie”, meent hij. “Door arbeidsintensieve teelttechnische handelingen efficiënt uit te voeren en door stipt en correct afleveren, kunnen we een voorsprong houden op concurrentie van buitenlandse bedrijven. We zijn daartoe in staat. Ik heb het al zo vaak gezien hoe het er soms op buitenlandse bedrijven aan toe gaat. Hier zitten we er boven op en kunnen we kwaliteit en uniformiteit leveren die de klant vraagt. Door krachten te bundelen in de boomkwekerij zijn we ook in staat om voldoende product te leveren voor grote acties van grootwinkelbedrijven.”

Salixkwekerij Bontekoe
Peter Bontekoe en zijn vrouw Jenny hebben een kwekerij van acht hectare in Boskoop en Hazerswoude. Op twee, binnenkort drie productlocaties telen zij per jaar ongeveer 700.000 wilgenboompjes . De teelt van Salix op onderstam is zeer arbeidsintensief, door het enten en steeds wegnemen van zijscheuten. Een deel van de werkzaamheden vindt daarom plaats in Polen. De roze/bonte Salix Flamingo is een specialiteit van het bedrijf.
Bontekoe is voorzitter van de Kring Boskoop van de NBvB (Nederlandse Bond van Boomkwekers). Voor zijn afstudeeropdracht ‘Op welke wijze is de continuïteit van grootschalige boomkwekerijen te waarborgen?’ interviewde hij in totaal 51 sectorgenoten en baseerde hierop zijn conclusies.


Rapport boomkwekerij 'Op zoek naar de markt' van ABN AMRO Bank

Zeeslak

































Vroedvrouw en zeeslak

In rap frans vertelt onze vroedvrouw Dominique ons over al het moois dat in de Bretonse wateren rondzwemt of glibbert. Keer op keer haalt ze een driftig tegenspartelende krab naar boven. Maar dan ineens houdt ze een bruine, glibberige massa in haar handen die weinig verweer heeft: een zeeslak.
Een zeeslak? Jazeker. Hij heeft wel iets van een traag nijlpaard, met zijn ondefinieerbare kop. Dacht ik even voor veertien dagen verlost te zijn van de slakken in mijn tuin, kom ik ze op vakantie weer tegen. En wel zo'n enorm exemplaar. In tegenstelling tot de naaktslakken in mijn tuin vrees ik dat deze me uitlacht als ik er wat zout over strooi. Nee, alle gekheid op een stokje. Zo'n excursie bij eb kan ik alleen maar aanbevelen. Het rijke zeeleven is indrukwekkend en verdient onze bescherming.

Bretagne

















La Pointe du Raz

Op vakantie geweest? Nou en of! Deze keer zijn we lekker uitgewaaid op de meest westelijke rotsen van Bretagne. La Pointe du Raz was onweerstaanbaar mooi.

Uien
















Wendy Broersen:
‘Bulkproducten laten we links liggen’

Achter de rokken van een ui gaat een wereld schuil die meer gecompliceerd is dan de papierachtige schil doet vermoeden. Voordat uien en knoflook in de winkel liggen zijn ze met zorg geteeld, geoogst, gesorteerd en verpakt. Gourmet bv heeft een lange traditie in de veredeling en vermeerdering van sjalotten, maar groeide uit tot marktleider in speciale uiensoorten en knoflook.

“Dit is de nieuwste aanwinst in ons assortiment.” Wendy Broersen houdt een bosje groene, ronde knoflookstengels omhoog, verpakt in een hersluitbaar plastic zakje met de naam ‘Senshyu’. “Het is de bloemstengel van de knoflookplant”, legt ze uit. “Wel een speciale, want deze bevat weinig harde vezels. Knoflookstengels zijn minder sterk van smaak dan teentjes. Je kan ze dus aan een salade toevoegen of roerbakken. En ze zijn lang houdbaar in de koelkast.”
De verse knoflookstengels en knollen worden in een koele ruimte van Gourmet bv verpakt. In de naastgelegen grote hal staan stapels kuubskisten vol uien te drogen bij meer aangename temperaturen. Ze zijn afkomstig uit Nederland, en alle windstreken van de wereld. “Soms komt het keurig gesorteerd en verpakt aan”, vertelt Wendy en wijst op kisten uit Nieuw Zeeland. “Maar soms krijgen we containers vol ongesorteerd product binnen, die met de hand geladen zijn. Dan hebben wij er veel werk aan om dat uit te pakken en te verwerken.”
Een hal verder staan machines die uien en knoflook in kleinverpakking sorteren. Aan de netjes hangen labels van alle bekende supermarkten. Alles wordt op bestelling in het juiste netje of op het juiste schaaltje gelegd. Sticker er op, label er aan.
De laatste hal is volledig gevuld met enorme machine die uien op maat sorteert. “Dat is ons specialisme”, vertelt Wendy. “Leveren op de exacte maat.” Deze sorteerder is het paradepaardje van de familie Broersen. Het is namelijk de gewoonte om van klein naar groot te sorteren. Hier gebeurt dat andersom. “Grote uien zijn kwetsbaarder dan kleine. Daarom willen we dat die een minder lang traject door de sorteerder afleggen, zodat beschadigingen tot een minimum beperkt blijven.”

Assortiment
In het kantoor praat Wendy verder over het assortiment dat Gourmet bv voert. “Niet de gewone gele uien, ook niet de bosuitjes. Dat zijn allemaal bulkproducten, die thuis horen op de daarvoor gespecialiseerde bedrijven. Daar blijven wij buiten. Wij voeren juist een ander assortiment.” Ze noemt de rode uien, de scherpe witte Italiaanse uien, de kwetsbare zoete uien. Producten met eigen, specifieke toepassingen, die vaak in kleine verpakkingen worden aangeboden in de supermarkt. De sorteerinrichting is afgestemd op de speciale soorten, die om een zorgvuldige behandeling vragen.
Productvernieuwing is een belangrijk item bij Gourmet bv. Het bedrijf probeert een zo breed mogelijk pakket samen te stellen. Zo bevat het assortiment naast sjalotten ook banaansjalotten uit Bretagne, die zo handig zijn om ringen van de snijden. Ook op het gebied van knoflook staat de ontwikkeling van het assortiment niet stil. De variatie binnen de uienfamilie is groot. Er is een knoflooksoort die zo rond is als een ui en niet in teentjes uiteen valt. En er is ook olifantenknoflook, waarvan één teen al zo groot is als de ons zo bekende knoflookbol en die maar liefst 500 gram zwaar kan worden.

Jaarrond
Gourmet bv teelt een groot assortiment in Nederland. De producten worden onder contract geteeld, maar het bedrijf verzorgt zelf de teeltbegeleiding. Het seizoen is te kort om de afnemers jaarrond van voldoende product te voorzien dus is Gourmet bv afhankelijk van de teelt in andere landen. Wendy: “Dat gebeurt op alle continenten. Onze adviseurs begeleiden ook daar de teelt, zodat het product ook aan de eisen voldoet die wij stellen.”
Nog even terug naar de sjalotten, waar het allemaal mee begon. “Ja, die sjalotten, daar zijn we groot in geworden. Terwijl de meeste uien worden gezaaid is dit een product dat uit plantmateriaal groeit.” Wendy vertelt hoe deze kleine ui nog steeds in het middelpunt staat en dat de veredeling niet stil staat.
“We proberen ze vanwege hun goede smaak in het assortiment van snijderijen te krijgen, maar dat ligt niet eenvoudig. Ze zijn klein en omdat ze in een cluster groeien zitten er platte kanten aan. Dat snijdt niet gemakkelijk. Vandaar dat we na al die jaren nog steeds op zoek zijn naar de ideale sjalot”, glimlacht Wendy.

Gourmet bv
Gourmet bv is gespecialiseerd in de teelt, selectie en verpakking van sjalotten, uien, knoflook en Stoneleeks. Het bedrijf van de familie Broersen uit Grootebroek teelt deze producten op ruim honderd hectare in Nederland. Verder importeert het producten wereldwijd uit 24 verschillende landen. Vader Jan is algemeen directeur. Zoon Niels neemt met zijn team de inkoop voor zijn rekening. Dochter Wendy draagt zorg voor Marketing en PR.


Agrarische kalender ABN AMRO Bank