woensdag, september 22, 2010

Komkommer








George Clooney en komkommers
Komkommer is de George Clooney onder de groente, twitterde mijn schoonzus gisterenavond naar me. Waarom doen we daar dan niets mee?
Als opmaat naar het openingsbericht van Groenten & Fruit Actueel van deze week ‘Komkommer nog steeds populair bij consument’ schreef ik eind juni een stukje op Foodlog over komkommertijd. Wij willen komkommers, zeiden lezers massaal in reactie op dit artikel. 130 mensen deden mee aan een poll met de vraag of zij komkommers zouden missen als de Nederlandse telers er mee zouden stoppen. Meer dan de helft(52,3%) is er dol op, 37,7% koopt ze wel eens en slechts 10% procent zou ze niet missen als ze verdwenen. Op de vraag of tuinders producten met toegevoegde waarde moeten gaan maken, zoals kant-en-klaar tzaziki of komkommerfrisdrank kwam niet veel positieve respons. ‘Laat tuinders nu maar zorgen dat die komkommers heerlijk smaken, dan maakt de consument er wel iets lekkers van’, is het commentaar.
Komkommerdag
Wat schetst mijn verbazing. Twee dagen na mijn bericht bleek dat K8 samen met het Groenten en Fruit Bureau 1 juli tot nationale komkommerdag heeft uitgeroepen. Met weinig middelen werd een ludieke actie gehouden, waarbij tot komkommer getransformeerde meisjes komkommers uitdeelden op krantenredacties. Dan ben ik natuurlijk altijd erg nieuwsgierig wat zo’n actie heeft opgeleverd. Een medewerker van het Groenten en Fruit bureau vertelt me dat de reacties leuk waren. Uiteindelijk leverde het wat berichten op in de vakpers en ééntje in het AD (of zijn het er inmiddels meer?). Kijk, dat vind ik dan weer wat mager. Dat alle kamerleden op hun jaarlijkse barbecue ook komkommerhapjes hebben gegeten verneem ik dan vooral via de vakpers. Er moet toch veel meer kunnen met zo’n populair product, want dat is het. Komkommer heeft zoveel sterke kanten en dat buit de sector onvoldoende uit.
Fun
Mijn zeer gewaardeerde schoonzus Cécile Narninx, hoofdredacteur van Elle, weet met haar blad heel kunstig de magie rond mode hoog te houden. Gisterenavond liet ze via De Wereld Draait Door nog weten waarom zij als een bakvis valt voor George Clooney. Achterlangs twitterden we nog even met elkaar, zij over Clooney, ik over komkommers. Waarbij we tot de conclusie kwamen: komkommer is gewoon de George Clooney onder de groente. Zo’n product waar je gewoon voor valt, zonder het hardop te beredeneren en waar je altijd om kunt gniffelen.
Kom op reclamemakers en marketeers. Maak nu eens gebruik van die magie. Ik wil volgend jaar op de nationale komkommerdag geen aangeklede komkommers zien, maar een paar bloedmooie, echte en authentieke komkommertelers die aan alle vrouwen komkommers uitdelen, op het strand , op straat, op de markt, in de kroeg, whatever. Promotie moet vooral fun zijn. Ideeën? Laten we er iets spannends van gaan maken en eens echt het nieuws halen in de komkommertijd.

Tomaten










Trostomatenteler Leo Verkade:
‘Liever specialisatie dan nog groter’
In het ruime speelveld van vele soorten en typen tomaten wil Leo Verkade zich als teler onderscheiden met zijn eigen merk ‘Natural label’. Op zijn gewas zitten geen pesticiden. Dat mag iedereen weten. Verkade investeert niet in bulk, maar in een speciaal segment dat lekker, gezond en veilig is.
In de kassen van Leo Verkade in Steenbergen staan de trostomaten op steenwol die vrij is van formaldehyde. Deze teler spuit niet meer met pesticiden en evenaart bijna de principes van de biologische teelt, met uitzondering van de substraatteelt met gebruik van kunstmest. Doordat hij het drainwater met niet gebruikte meststoffen kan opvangen is de uitspoeling naar ondergrond en oppervlaktewater nihil.
Zijn tomaten, die vrij zijn van residu, biedt hij via telersvereniging 'Best of Four' aan onder de merknaam ‘Natural Label’. Het bedrijf doet mee met MPS fruit and vegetables en produceert onder het Vita Certa Natural Protected certificaat. Dit staat voor telen op een duurzame, betrouwbare en hygiënische wijze, zonder gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen.
Hoogst haalbare
Vanaf 2000 is Leo al bezig met zijn zoektocht naar ‘schoner’ telen, maar wel met behoud van opbrengst. Toen deed hij dat nog samen met compagnons, maar in 2006 besloot hij alleen verder te gaan. Op dat moment kon hij een mooie kavel van acht ha in Steenbergen bemachtigen en daar bouwde hij een kas met belichting. Ruim een jaar later kon hij het bedrijf van zijn buurman kopen en ging daardoor naar 11 ha. “Dat bedrijf kon ik goed gebruiken”, vertelt hij, want daar kan ik de warmte van mijn WKK installatie kwijt, die ontstaat bij het opwekken van de elektriciteit voor de belichting.”
Het mag duidelijk zijn: het gaat hier om een ondernemer die voorzien van alle moderne technieken het hoogst haalbare wil bereiken. Verkade wil zich onderscheiden met zijn producten en vond gehoor bij MPS, het keurmerk dat in de sierteeltsector jaar en dag staat voor milieubewuste teelt. Met ingang van dit jaar hanteert MPS ook een certificaat voor groenten en fruit.
Pesticiden vrij
Telen zonder bestrijdingsmiddelen is niet eenvoudig. Verkade teelde jarenlang ‘specialties’. Dat zijn soorten die buiten het bulksegment vallen, door vorm of smaak. Hij heeft nu gekozen voor één ras, Roterno, dat een aantal resistenties draagt. Dit is een tomaat met vruchten van honderd gram, die op dit bedrijf als tros wordt geoogst. Voor de bestrijding van plagen zet de teler biologische bestrijding in, dus geen pesticiden. Bestrijden van schimmelziekten gebeurt vooral door een goede klimaatregelen, aangevuld met een scala aan zachte middelen, die ook zijn toegestaan in de biologische teelt. Soms zit het mee, soms zit het tegen. Dit jaar speelde de zwakteparasiet Pythium hem parten.
De planten staan niet op de bekende steenwolmatten die op alle bedrijven liggen. Verkade koos voor een steenwolsoort die een ander bindmiddel – ecose –bevat, milieuvriendelijker dan de bekende formaldehyde. Wat bleek? De planten groeien nog beter weg in de nieuwe matten. “We merken aan de planten dat ze het veel meer naar hun zin hebben dan in voorgaande jaren”, vertelt Leo.
Erkenning
Kijkend naar de toekomst heeft Verkade niet de behoefte om nog groter te groeien. Hij wil liever de diepte in. Verder specialiseren in de dingen waar hij goed in is. Op dit moment heeft hij samen met een collega een verpakkingsstation, waar hij zijn klanten, handel en retailers, op hun wenken kan bedienen met kleinverpakking. Zijn echtgenote heeft een uitzendbureau voor het inzetten van personeel op het eigen bedrijf en bij anderen. Het is goed zo, vindt hij.
Waar hij wel zijn energie voor wil inzetten is de erkenning van zijn vergevorderde geïntegreerde manier van telen. Het eigen ‘Natural label’ is een verbetering op de huidige manier van telen, maar valt nog een beetje tussen de wal en het schip. In de tomatenteelt heeft de afgelopen twintig jaar zoveel differentiatie plaatsgevonden dat de retail er eigenlijk geen raad meer mee weet. Verkade: “Ze vinden het allemaal mooi, maar hebben er geen behoefte om een extra schap in te ruimen voor producten die vrij zijn van pesticiden. Daar valt nog veel over uit te leggen.
Ik heb dit jaar veel opgestart, nieuwe mensen leren kennen en ook veel geleerd, maar er nog niet direct de vruchten van kunnen plukken.” Dat zou natuurlijk ook wel erg snel zijn. Verkade zoekt nadrukkelijk de dialoog met organisaties om deze manier van teler verder uit te bouwen, zodat ook glasteelten op steenwol ooit het predikaat biologisch mee kunnen krijgen. Dat is niet alleen belangrijk voor hem als persoon, maar voor de hele glasgroentesector.

Stoppen met je bedrijf


























Een boer mag niet huilen
Eén op de drie boeren en tuinders wil stoppen en een kwart voelt zicht werkende arme. Dat was het schrijnend resultaat van een onderzoek van Rondom Tien, in samenwerking met LTO Nederland. De respons was enorm; meer dan 3.000 boeren en tuinders vulden geduldig het vragenlijstje in. Gisterenavond moest dan de apotheose komen in de uitzending van Rondom Tien ‘Het verdriet van de boeren’, midden tussen de strobalen in de schuur van Piet van IJzendoorn in Zeewolde. Het zou gaan over het langzaam verdwijnen van de traditionele boer en het feit dat er over dertig jaar nog maar de helft van de –overwegend- gezinsbedrijven over zullen zijn.
Verraad
De uitzending begon veelbelovend. Een mooi portret, waarin champignonkweker André Zwinkels en boerin Lijntje Boons over de beëindiging van hun gezinsbedrijf vertelden. Petje af voor deze mensen. Daar kun je alleen maar met diep respect naar kijken. Zo vol voor de camera tegen het Nederlandse publiek vertellen dat je moest stoppen met hetgeen je het allerliefste deed in het leven. Lijntje: “Ik heb gezien hoe mijn kalfjes werden geboren en nu moesten ze weg. Onze koeien zijn altijd goed voor ons geweest. Ik voel het als verraad dat ik niet meer voor ze kan zorgen.” Met die uitspraak verwoordde ze precies waarom die tomaten of die kipfilet zich onderscheiden van alle fabrieksproducten in de supermarktschappen. Boeren is meer dan voedsel produceren. Boeren is betekenis geven aan voedsel. Boer zijn is je leven. Dat irrationele is nu precies het verdriet van de boeren als het niet langer meer gaat.
Vrouwen
Het viel me op dat de vrouwen echt de boventoon voerden in deze uitzending. Of het nu de ervaren Jennifer van der Burg en Lijntje Boons waren, of de nieuwe generatie in de vorm van dochter Lisette van der Burg en tuinder(ster) Aletta van der Velden. Zij durfden het thema een gezicht te geven. De mannen vervielen vervolgens weer in een discussie over mega-bedrijven. En daar ging, mijns inziens, de uitzending stuk. Toen eenmaal dat macho-woord viel duikelde iedereen over elkaar heen en vervloog ‘Het verdriet van de boeren’. Daar miste ik een stuk research van de redactie, die moeite had een goede lijn in het verhaal te brengen en slechts constateerde. En dat terwijl er zoveel materiaal voorhanden is van eerdere discussies in De Rode Hoed, op het Agrarisch Dagblad en het levenswerk van Jan Douwe van der Ploeg. Ik noem er een paar, maar er is zoveel meer te vinden.
Twijfels
Praten boeren en tuinders te weinig over hun zielenroerselen en pakt de samenleving dat niet op? Dat vraag ik me dus af. Afgelopen week zat ik aan de keukentafel van een tuindersfamilie precies over hetzelfde onderwerp te praten. Paprika’s telen ze, op een gemiddeld groot modern familiebedrijf. Drie jongens, tuinders in de dop, stoeien rond op blauwe skelters. Weten niet beter dan dat paprika’s telen hun bestemming is. Zij kan zich permitteren om over haar twijfels te praten. Die heeft ze, want ook dit jaar gaat het onverklaarbaar slecht met de prijs van paprika’s. Hij kan zich zo’n discussie niet veroorloven. Hij gaat sorteren, want dat moet natuurlijk acuut gebeuren.
De kluts kwijt
Een boer, een tuinder mag niet huilen. Ik merk dat dagelijks. Zodra een tuinder zijn kop laat hangen ziet de buitenwereld hem niet meer staan. Ik sprak vorig jaar nog een jongen van school. Hij werd bijna automatisch tuinder, deed het goed, stond op het punt om een nieuwe kas te bouwen. Toen begon het hem te duizelen. Hij raakte de kluts kwijt. Waarom ga ik mee in die ratrace naar nog groter? Zwaar overspannen zat hij een half jaar thuis om vervolgens het moedige besluit te nemen zijn bedrijf te verkopen. Hij vertelde me dat hij altijd in zijn kring een gerespecteerd man was geweest, maar op het moment dat hij onderuit ging zag niemand hem nog staan. Sterker nog: hij verdween van het prioriteitenlijstje van de toeleveranciers en afnemers. Hij was niets meer, niemand, zo dacht hij. Gelukkig namen vrienden het voor hem op, door een vuist te maken naar die toeleveranciers. ‘Als je hem niet behoorlijk behandelt hoef je bij ons ook niet meer te komen’, was hun houding. Dat hielp bij het toch al zo moeilijke proces waar hij doorheen ging. Niet janken, maar schouders er onder.
Zwijgen doet overleven. De boer huilt, maar vooral van binnen.
Vervolg
Ik zou nu graag een vervolg zien op Rondom Tien. Eén keer zo’n onderwerp oppakken is natuurlijk onvoldoende om een bijdrage te leveren aan de landbouwdiscussie, zeker nu deze zo rommelig is verlopen. Dat merkte ik wel aan de reacties die via Twitter de revue passeerden.
Ik zoek namelijk een antwoord op de vele vragen die gisterenavond bleven hangen. Een duidelijke uitleg waarin oude landbouweconomische wetmatigheden worden benoemd, met een gefundeerde verklaring waardoor de wereldwijde landbouwcrisis is ontstaan en hoe we die gaan ombuigen naar de toekomst. Van der Ploeg: “We staan op een serieuze tweesprong: mega-landbouw met bedreiging van ons milieu of een aantrekkelijke landbouw waar het familiebedrijf zijn plaats behoudt.”
Discussie op Foodlog