donderdag, november 27, 2014

Chrysant

Zonnige chrysanten

Zomaar een mooie zonnige morgen in het najaar. Bij de familie Middelburg in Maasdijk is de oogst in volle gang. Terwijl de bossen chrysanten via de oogstband naar de verpakkingsruimte glijden kringelt de stoom omhoog. Daar waar de bloemen net zijn geoogst is een stommzeil over de grond getrokken. Een paar uur stoom doodt mogelijke ziekteverwekkers die in de grond zijn achtergebleven.









Trachelium




Tracheliumtelers Miriam en Willem Hanemaaijer:
‘Het is een kunst om de takken lang 
en gelijk te krijgen’

Miriam en Willem Hanemaaijer telen trachelium in combinatie met lelies. Soms proberen ze voor de variatie een ander gewas, zoals dit jaar celosia. Het is geen eenvoudig bestaan, want met name de trachelium is een moeilijke teelt. Na jaren van experimenteren hebben ze het aardig in de vingers. Hoewel er altijd weer verrassingen zijn.

Op het snijbloemenbedrijf van Miriam en Willem Hanemaaijer in Vierpolders is de oogst van trachelium in volle gang. De late zomerzon zorgt voor een prettig klimaat in de kas. Miriam laat het bedrijf zien, terwijl haar man oogst.
In de kas staat het gewas in verschillende stadia. Een afdeling verder staat een vak celosia. “Soms wil je wat verandering in je assortiment”, legt zij uit. “Vandaar nu dit gewas. In het verleden hebben we bijvoorbeeld ook lisianthus geteeld.”

Naar de eilanden
De familie Hanemaaijer begon ooit op een huurtuin aan ‘Het Blauwe Hek’ in Maasdijk en verhuisde naar een eigen bedrijf De Lier. Die tuin bleek na verloop van tijd te klein en werd verkocht aan de buurman. Acht jaar geleden streken zij neer in Vierpolders op de Zuid-Hollandse eilanden. Op een perceel van 3 ha bouwden ze een kas van 2 ha.
In het teeltplan wisselen trachelium en lelie (Oriëntals) elkaar af. Na het jaarlijks stomen volgt eerst anderhalf rondje lelies. Pas daarna komt de trachelium. Het gewas is namelijk erg gevoelig voor mangaan, dat vrij komt na het stomen. Bij overmaat aan mangaan ontstaan bruine stippen en vlekken op het blad. Bovendien treedt roodverkleuring op. Dan heeft het product alle sierwaarde verloren.

Kanshebber
In de tachtiger jaren van de vorige eeuw was de snijbloemensector op zoek naar nieuwe gewassen, die het assortiment onder glas konden aanvullen en verbreden. Naast chrysant, gerbera en roos was er dringend behoefte aan vers bloed. Trachelium kwam in die tijd bovendrijven als een mogelijke kanshebber binnen het assortiment. Het is van nature een tweejarig gewas, afkomstig uit Zuid-Europa.
In die tijd deed Miriam haar opleiding aan de toenmalige meisjestuinbouwschool ‘Huis te Lande’ in Rijswijk. “Ik was altijd met plantjes bezig”, vertelt ze. Door haar is destijds eigenlijk het bijzondere assortiment op het bedrijf gekomen. “We hebben in de praktijk moeten leren hoe dit gewas groeit, want er is niet heel veel onderzoek naar gedaan. Je bouwt dus kennis op aan de hand van eigen ondervinding.”

Lastig gewas
Trachelium is een lastige teelt. Het gewas is erg gevoelig voor droge en natte plekken. Twee keer hetzelfde gewas op dezelfde plaats telen kan niet, omdat de wortels mogelijk stoffen achterlaten die de nieuwe teelt als het ware vergiftigen. In het seizoen 2002/03 is daarom bij proeftuin Zwaagdijk onderzocht of trachelium ook op water kon worden geteeld. Of dit nu werd geprobeerd met stilstaand water of eb-vloed, al snel bleek dat de resultaten mager waren. Alleen potgrond en perlite bleken geschikt. Daarna is deze ontwikkeling niet verder opgepakt.
Lastig is tevens het moment dat de plant van vegetatief naar generatief gaat, ofwel de knopvorming. Het lukt om de taklengte te verlengen door in bepaalde tijden van het jaar korte dag toe te passen. Ondanks dat zal het gewas er nooit zo strak op staan als bijvoorbeeld chrysanten.
Miriam toont bijvoorbeeld een kap met gelijke plantdatum en ras, maar met plantmateriaal van verschillende leveranciers. Daarbij blijkt dat de ene partij veel langer wordt en later in bloei komt dan de andere partij. “Soms staan ook wij voor verassingen”, merkt ze op. “Hier blijkt dat het plantmateriaal een eigen geschiedenis heeft. Wat die precies is weten we nog niet.”

Sierwaarde
De teelt duurt acht tot twaalf weken, afhankelijk van de tijd van het jaar. Hanemaaijer start de teelt rond week negen. Komend jaar gaan ze iets vroeger beginnen, namelijk week vijf. Zo zijn ze wat vroeger aan de markt.
In het begin van de teelt krijgen de planten water van bovenaf. Na enige tijd schakelen ze over op het water geven onderdoor. Dat gebeurt gewoon met de slang. “Daarmee moeten we voorzichtig zijn, vooral in het stadium dat de bloemknoppen zijn gevormd”, legt Miriam uit. “Je moet er voor oppassen dat de zijscheuten niet doorschieten en boven de hoofdknop uit komen. Dat is nadelig voor de sierwaarde.”

Met een stok
Op het bedrijf staan alle kleuren, van paars tot blauw en van wit tot rood. Het is lastig om er achter te komen welke kleur het meest gewild is. Daar is geen echt duidelijke lijn in te ontdekken. De telers streven er naar om een taklengte van 70 cm te halen. Dat is uiteindelijk de meest gewilde sortering. Aangezien binnen één vak veel verschillende lengtes staan, is het oogsten en sorteren best een secuur klusje. De dames die oogsten nemen een stok mee in het gewas, als referentie. Zo trekken zij de goede lengte takken uit het bed. De bloemen zijn ook niet allemaal tegelijk rijp, dus moeten ze meerdere keren in hetzelfde vak oogsten.
De bloemen gaan via een oogstband naar het pad, waar de bosmachine staat. Daar worden ze gebost en gebonden, om vervolgens in emmers op water naar de koelcel te gaan. In iedere afdeling staat een bosmachine. Dat is een luxe, vindt Miriam. Hun oudste zoon heeft een passie voor machines. Hij knapt tweedehands machines op en verkoopt ze. Ondertussen is het maar mooi handig dat er altijd iemand in de buurt is die de machines aan de gang houdt. Dat bespaart veel in de kosten.

Luchtig gewas
Trachelium heeft wel als voordeel dat er niet zo heel veel ziekten en plagen in voorkomen. De snijbloem is wat gevoelig voor luis en rupsen, maar een echt probleem levert dat niet op.
De enige schimmelziekte die behoorlijk kan toeslaan is sclerotinia. Dat gebeurt op momenten dat het gewas te hoog of te dicht wordt, dus boven een taklengte van 70 cm. De beste remedie is een luchtig klimaat aanhouden. “Wat dat betreft kijken we wel eens naar nieuwe teeltsystemen waar je luchtbeweging onder in het gewas kunt krijgen. Dat zal de kwaliteit vermoedelijk wel goed doen”, besluit ze.




woensdag, november 26, 2014

Schildklier


Aandacht voor Hypo maar niet Happy in het AD, 2003. Links Pieternel van Velden, rechts initiatiefnemer Bert Bakker.


Aan bestuur, webredactie, forumbeheer, vrijwilligers en directeur van SON:


Beste mensen van SON,

Er is grote onvrede ontstaan rond de plotselinge, onaangekondigde sluiting van het Hypoforum (6 november 2014). Dat moet nu opeens verdwijnen ‘ten gunste van het SONforum’, zoals inmiddels bovenaan het Hypoforum wordt bericht door het forumbeheer van SON.

Niet alleen gaat zo een unieke bron van informatie en patiëntenervaring verloren, het is een klap in het gezicht van forumdeelnemers die zich al meer dan tien jaar vrijwillig en onvermoeibaar inzetten om mensen met schildklierziekte bij te staan. Bovendien worden ontelbaar veel mensen plompverloren beroofd van wat zij zelf geschreven hebben.

SON handelt met de sluiting van het Hypoforum in strijd met de afspraken zoals die gemaakt zijn met de leden van de Vereniging Hypo maar niet Happy: die hebben in de ALV (algemene ledenvergadering) van 29 juni 2013 besloten dat het Hypoforum ook ná de fusie zou blijven bestaan. Een email van de laatste voorzitter van de Vereniging Hypo maar niet Happy bevestigt o.a. dit besluit.

Aan de basis van het Hypoforum ligt de overtuiging dat mensen met schildklierziekte gebaat zijn bij bewustwording en toegankelijke kennis van hun aandoening. Zo kunnen zij gelijkwaardiger met hun behandelaars samenwerken, wat het welslagen van hun behandeling ten goede komt.

Het vraagt weinig inspanning om erachter te komen dat heel veel schildklierpatiënten hun kwaliteit van leven te danken hebben aan het opdoen van kennis over hun ziekte en het contact met geïnformeerde lotgenoten. Het Hypoforum draagt in grote mate bij aan zelfstudie en emancipatie van mensen met  schildklierziekte.

Uit het Hypoforum is CRoSS (Commissie Richtlijnontwikkeling Samenwerkende Schildklierpatiënten) ontstaan om stem te geven aan de tekortkomingen van de bestaande behandelingen en te vechten voor erkenning van het o zo belangrijke patiëntenperspectief in de richtlijnen. Het Hypoforum biedt nog elke dag inspiratie voor onderzoek. Opheffing miskent deze waardevolle functies.

De argumenten die SON op het SONforum aanvoert voor de verdwijning van het Hypoforum en Oude Hypoforum zijn oneigenlijk en onjuist:
·         ‘versnippering van informatie’ is geen issue op internet omdat altijd naar de bron gelinkt kan worden;
·         ‘de kosten’ voor het in de lucht houden van een forum zijn verwaarloosbaar laag en
·         een ‘gebrek aan beheerders’ kan eenvoudig opgelost worden door een beroep te doen op de mensen 
  die nu van het Hypoforum gebruik maken.

SON heeft tot op heden nagelaten om over de sluiting van het Hypoforum rechtstreeks te communiceren met zijn achterban, mensen met schildklierziekte. Dat is spijtig: direct en openbaar overleg had veel irritatie en onbegrip kunnen voorkomen.

Hypoforum en SONforum zitten niet in elkaars vaarwater en concurreren niet met elkaar. Forums zijn onontbeerlijk voor directe informatieverschaffing en het bijhouden van de nieuwste ontwikkelingen op schildkliergebied. Gebruikers en beheerders zijn naar onze mening volledig vrij om naar elkaar of naar andere informatiebronnen te verwijzen. Het gaat er immers uitsluitend om dat schildklierpatiënten optimaal worden geïnformeerd en geholpen!

In de laatste periode voor de sluiting van het Hypoforum zijn door forumbeheerders verschillende onderwerpen/berichtenreeksen verwijderd die betrekking hebben op het functioneren van SON tijdens de fusie. Dit druist in tegen de openheid die het Hypoforum juist kenmerkt: een plaats voor discussie, met respect voor hoor en wederhoor. Met de opkomst van internet en de vrije uitwisseling van kennis en informatie behoort censuur tot het verre verleden. Blootstelling aan kritiek hoort er gewoon bij: het is de enige manier om samen sterk te staan.

Als mede-oprichters van Hypo maar niet Happy en onafhankelijke forumdeelnemers van het eerste uur zijn wij van mening dat het Hypoforum het eigendom is van de mensen die erop geschreven hebben. Dat SON, in de persoon van zijn directeur, als gevolg van de fusie nu plotseling (7 november 2014) ‘eigenaar’ is geworden van het domein hypoforum.com doet daar niets aan af.

Democratische beginselen, behoorlijk bestuur én het respecteren van de bijdragen van een enorme groep mensen met schildklierziekte nopen dus tot erkenning van de afspraken zoals die gemaakt zijn bij de ledenvergaderingen van de vereniging Hypo maar niet Happy: het Hypoforum blijft bestaan.

Wij verzoeken SON dan ook om de opheffing van het Hypoforum en het Oude Hypoforum te voorkomen en de domeinnaam hypoforum.com over te dragen aan de mensen die erop schreven totdat SON dit onmogelijk maakte.

Vriendelijke groeten,

Ondertekend door twee Hypo-maar-niet-Happy-bestuursleden (ik ben daar één van) van het eerste uur en twee zeer actieve deelnemers aan het Hypoforum.

dinsdag, november 04, 2014

Keuringsdiensten



Veranderingen door professionalisering tuinbouw
Keuringsdiensten evolueren naar kwaliteitsdiensten en procesbewakers

Keurmeesters en inspecteurs die de kwaliteitsvoorschriften controleren moeten soms lastige beslissingen nemen. Ondertussen zorgen ze er wel voor dat er vertrouwen is en handelsstromen ongehinderd door kunnen gaan. De sector verandert, dus bewegen de keuringsdiensten mee. Steeds vaker bewaken ze processen, in plaats van het puur uitvoeren van partijkeuringen.

Keurmeesters en inspecteurs dragen een schat aan kennis en ervaring met zich mee. Neem nu Arno van Adrichem die nu al 28 jaar inspecteur is bij het Kwaliteits-Controle-Bureau (KCB). Of Leo van Leeuwen en Wouter van den Ende, die respectievelijk 27 en 6 jaar keuringen verrichten voor Naktuinbouw. Zij kennen het tuinbouwvak door en door en bewaken de kwaliteit van de keten van plantmateriaal tot eindproduct.
Hun taken zijn door de jaren sterk veranderd. Was vroeger het beleid volledig gericht op partijkeuringen, tegenwoordig zijn ze meer bewakers van het proces en houden ze rekening met de wijze waarop bedrijven hun zaken voor elkaar hebben. Bedrijven zijn heel goed in staat om hun kwaliteit te borgen, al was het alleen maar omdat de eindklant dit eist. Bedrijfsprocessen worden steeds transparanter, dus inzichtelijker.

Partijkeuring of bedrijfskeuring
Inspecteur Wouter van den Ende bezoekt een freesiakwekerij in Poeldijk. Meestal doet hij dit onaangekondigd. Hij komt alleen op bedrijven die uitgangsmateriaal telen en bij freesia’s is dat meestal het geval. In de kas beoordeelt hij de gewassen. Zijn ze visueel vrij van ziekten en plagen, zitten er onkruiden tussen of vermenging met andere rassen?
Telers zijn verplicht om ieder voorjaar hun te verhandelen materiaal te melden bij de instantie. Van den Ende: “Wij zien lang niet iedere partij. Eigenlijk is er sprake van een bedrijfskeuring. Hoe gaat het bedrijf om met plantmateriaal?” Zijn collega Leo van Leeuwen vult hem aan: “De verantwoordelijkheid komt steeds meer bij de bedrijven zelf te liggen. Jaarlijks doen we ook een administratieve audit. De teler moet onder andere de herkomst van de partijen kunnen aantonen, gewasbeoordelingen uitvoeren en registeren.”
De meeste bedrijven hebben geen enkele moeite met het bezoek van een keurmeester. Er zijn echter nog steeds bedrijven die de keuring een noodzakelijk kwaad vinden, mede omdat er ook kosten aan zijn verbonden. Van Leeuwen: “Het is eigenlijk heel duidelijk. We zijn er niet voor de individuele bedrijven, maar we zijn er voor de hele sector.”

Europese richtlijnen
In dit geval gaat het om een basiskeuring op te verhandelen uitgangsmateriaal, omschreven in de Europese richtlijnen en Nederlandse wetgeving (Zaaizaad- en plantgoedwet). Dat is altijd een visuele inspectie. De keurmeesters controleren de bedrijven, hun productieproces, het materiaal en de documenten die bij verhandeling nodig zijn. Voldoet het materiaal aan de gestelde eisen dan mag het materiaal in het handelsverkeer worden gebracht.
Als het materiaal niet voldoet aan de minimale eisen dan volgt een afkeuring. Dan mag de teler het plantmateriaal nog wel zelf opzetten, maar niet meer in het handelsverkeer brengen. Van Leeuwen: ‘Soms moet je dus moeilijke beslissingen nemen, die verregaande gevolgen hebben voor een bedrijf.”
Aangezien het om grote belangen kan gaan is het belangrijk dat alle keurmeesters onafhankelijk zijn en dezelfde beslissing nemen. Ze komen daarom drie keer per jaar bij elkaar om hun kennis onderling op elkaar af te stemmen.